Met een ruime eerste startpositie binnen de Diesel-klasse leek de equipe van Bertus Sanders, Dillon Koster en Marc Koster op koers voor haar eerste overwinning van het winterkampioenschap 2006-2007, maar een afgebroken ophanging zorgde voor tientallen ronden achterstand. Ondertussen reed de Porsche-equipe Bleekemolen/Van Splunteren/Kahn zich naar de overwinning.

Een aanvaring voor Bertus Sanders met een BMW Compact, waardoor dezelfde rechtervoorwielophanging verboog, maakte het er allemaal niet makkelijker op. De Drentenaar gaf het stuur hierdoor eerder dan gepland uit handen aan teamgenoot Dillon Koster. “Na een rommelige, maar solide start zat de gang er goed in en hadden we de beste papieren in handen voor de Diesel-overwinning. Na twee ronden sloeg het noodlot echter al toe, de voorwielophanging brak af. Rondenlang duurde het voordat de auto terug naar de pits werd gebracht. We hebben de auto nog wel gerepareerd, maar dit kostte te veel tijd. Toen ik mijn weg weer vervolgde, had ik een aanvaring met een BMW Compact in de Audi-S-bocht, waardoor ik weer binnen moest komen. Jammer dat we de verwachtingen niet waar hebben kunnen maken.”

Dillon Koster, die een vrij anonieme tweede manche reed, kon nog weinig uitrichten nadat het kwaad al geschied was. “Het is een erg teleurstellend resultaat. We waren in de kwalificatie 2.5 seconde sneller dan de rest van onze klasse. Deze race was op papier dus eigenlijk al binnen, helaas liep het anders. Deze nederlaag doet extra pijn doordat onze kansen voor het kampioenschap behoorlijk geslonken zijn.”

Marc Koster kwam in de slotfase van de wedstrijd met de BMW 120d in actie, om middels een snel racetempo toch nog het maximale uit de race te halen. “Vandaag reed ik eerst met deze BMW 120d. Afgelopen seizoen kwam ik uit in de BMW 130i Cup, maar er zijn – buiten het uiterlijk – weinig overeenkomsten. Desondanks waren we continu de snelste Diesel op de baan, het is alleen funest dat we tijdens deze race rondenlang in de pits hebben gestaan. Ik zal dit weekend zo snel mogelijk vergeten en uitkijken naar Oschersleben, waar Dillon, Bertus en ik vorig jaar erg leuke herinneringen aan hebben overgehouden.”